Dit artikel over het “billijkheidsoordeel” is geselecteerd op het internet vanwege zijn interesse voor de lezers van deze blog. Het origineel werd gepubliceerd door Altana Avocats – Parijs en is beschikbaar op de volgende locatie: https://arbitrationnewsaltana.wordpress.com/2013/12/02/why-choose-amiable-composition/.

Sommige partijen doen gemakkelijk een beroep op het principe van “billijkheidsoordeel”, omdat ze denken dat de arbiter zichzelf van de rechtsstaat zal bevrijden. Anderen daarentegen zijn bang voor willekeur omdat voor hen de grenzen van het concept wazig zijn en het resultaat onvoorspelbaar is.

Wat is een “billijkheidsoordeel” en waarom zou men het kiezen?

Overeenkomstig artikel 1478 van het Franse Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering: “Het scheidsgerecht beslist over het geschil in overeenstemming met de wet, tenzij de partijen het bevoegd hebben verklaard om als “amiable composition” / “als goede personen naar billijkheid” te oordelen”. Het zou dus logisch zijn te veronderstellen dat het een andere norm is dan de rechtsstaat, waarnaar de arbiter zal verwijzen om het geschil te beslechten. Deze bepaling bevat echter geen definitie van “billijkheidsoordeel”.

Artikel 187 (2) van de Zwitserse federale wet over internationaal privaatrecht bepaalt dat “de partijen het scheidsgerecht kunnen machtigen om ex aequo et bono te beslissen”. Zou een “amiable composition” dus het feit zijn dat een scheidsgerecht billijk en rechtvaardig beslist?

Bepaalde arbitrageregels hanteren een nog subtieler onderscheid en geven aan dat het scheidsgerecht, indien de partijen dit overeenkomen, als “amiable composition” of “ex aequo et bono” oordelen, dat wil zeggen “wat goed en rechtvaardig is” (zie bijv. Artikel 21 (3) van de ICC-regels of 35 (2) van de regels van de VN-Commissie voor internationaal handelsrecht (“UNCITRAL”).

De kwestie van de definitie van het begrenzen van “amiable composition” / “billijkheidsoordeel”, rechtvaardigheid of het feit dat een scheidsgerecht “ex aequo et bono” beslist, blijft ter discussie staan. Professoren, jurisprudentie en praktijkbeoefenaars zijn het er echter allemaal over eens dat deze concepten verwijzen naar een of andere vorm van rechtvaardigheid.

Het hof van beroep van Parijs, dat uitspraak deed over een uitspraak waarbij het scheidsgerecht in “amiable composition”/“als goede personen naar billijkheid” had beslist, vatte de consequenties van een dergelijke keuze op de volgende manier samen:

“De “amiable composition” is een conventionele verzaking aan de gevolgen en de voordelen van de rechtsstaat, waarbij de partijen het recht verliezen om strikte toepassing van de wet te vragen en, als een gevolg daarvan, dat de arbiters bevoegd zijn om de gevolgen van de contractuele bepalingen te wijzigen of te matigen op voorwaarde dat de billijkheid of het goed begrepen gemeenschappelijk belang van de partijen dit vereist” (Hof van Beroep in Parijs, 28 november 1996, Rev. arb. 1997, blz. 381, nota E. Loquin, hof van beroep van Parijs, 4 november 1997, Rev. arb. 1998, blz. 704, obs. Y. Derains).

Bijgevolg moet de “amiable composition” arbiter eerst de oplossing van het geschil volgens de wet zoeken. Als die er vervolgens van overtuigd is dat de oplossing niet billijk is of onrechtvaardig is, kan hij/zij de consequenties van de strikte toepassing van de wet terzijde schuiven of corrigeren.

billijkheidsoordeel

Is het niet riskant om wat billijk of rechtvaardig is over te laten aan de gevoeligheid van één of drie arbiters?

Bepaalde elementen laten toe deze subjectiviteit te verminderen:

  • Partijen kunnen hun arbiters zelf kiezen; het is aan hen om mensen te kiezen die ze vertrouwen, voor hun reputatie of hun kennis over een belaapde sector;
  • De arbiter heeft de plicht om zijn uitspraak te motiveren (artikel 1482 van de Franse “code de procédure civile”), bij gebreke waarvan bij Franse binnenlandse arbitrage de uitspraak nietig kan worden verklaard (artikel 1483 van het Franse wetboek van burgerlijke rechtsvordering);
  • Partijen kunnen in hun pleidooien aan de arbiter uiteenzetten dat hun standpunt niet alleen vanuit juridisch oogpunt geldig is maar dat het bovendien ook billijk en rechtvaardig is …

Het subjectieve karakter van “amiable composition”/“billijkheidsoordeel” kan een voordeel blijken in gevallen waarin de technische en economische realiteit de overhand hebben over juridische kwesties. Bepaalde arbitrage-instellingen in bepaalde sectoren, die vakmensen bij elkaar brengen die zeer goed thuis zijn in specifieke sectoren, aarzelen niet om in hun arbitrageregels te bepalen dat het scheidsgerecht in “amiable composition” zal beslissen tenzij de partijen anders overeenkomen (zie bijv. Artikel 24 van de “Règlement d’arbitrage et de médiation de la Fédération Nationale des Travaux Publics (« FNTP »)”, volgens welke het scheidsgerecht als “amiable compositeur” beslist, tenzij de partijen vragen om enkel de wet toe te passen).

Daardoor moeten partijen “voor en tegen” analyseren bij de opstelling van de arbitrageclausule om het scheidsgerecht in overeenstemming met de wet of als “als goede personen naar billijkheid” te laten beslissen, rekening houdend met de contractuele elementen van de branche en de toepasselijke arbitrageregels.

Over AfiTaC

AfiTaC.com is de blog over commerciële en contractuele onderwerpen voor bedrijven in de Project industrieën (Bouw, Infrastructuur, Olie & Gas, Energie & Hernieuwbare Energie, Watervoorziening & Sanitatie, enz). Het doel is het stimuleren van reflectie, bijleren, convergentie naar evenwichtige contracten en positieve geschillenbeslechting. U kunt zich op onze nieuwsbrief abonneren door te schrijven naar “newsletter@afitac.com”. U kunt ook connecteren op onze LinkedIn pagina. Engagement met de lezers is wat ons gaande houdt. Aarzel dus niet om met ons van gedachten te wisselen door hieronder commentaar te geven, onze publicatie op LinkedIn te waarderen en naar ons te schrijven “info@afitac.com”.


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *